Herziening van het beslag- en executierecht 

31 maart, 2021
Sophia Lagidse

De derde en laatste tranche van de Wet herziening beslag- en executierecht treedt op 1 april a.s. in werking. De eerste en tweede tranches van deze wet zijn al eerder gefaseerd in werking getreden op 1 oktober 2020 en 1 januari 2021. Op hoofdlijnen beoogt deze wet I) het bestaansminimum van schuldenaren beter te beschermen bij beslag en executie, II) beslaglegging effectiever en efficiënter te laten plaatsvinden en III) te voorkomen dat beslag louter wordt ingezet als pressiemiddel. In dit artikel bespreek ik de belangrijkste wijzigingen voor de praktijk.

Wijzigingen per 1 april 2021

Het leggen van beslag op een in het kentekenregister ingeschreven motorrijtuig of aanhangwagen wordt een stuk eenvoudiger. Vanaf 1 april a.s. is daarvoor niet meer nodig dat de deurwaarder het voertuig daadwerkelijk ziet, alvorens beslag kan worden gelegd. De deurwaarder kan namelijk al beslag leggen door inschrijving van het proces-verbaal van beslag in het kentekenregister. Daarna kan de tenaamstelling van het voortuig niet meer worden gewijzigd.

Ook wordt een einde gemaakt aan de situatie dat niets is geregeld omtrent de vraag wat er moet gebeuren met de spullen in een woning die wordt ontruimd. Het college van burgemeesters en wethouders van een gemeente wordt verantwoordelijk voor het afvoeren en de opslag van roerende zaken na een ontruiming. De daarmee verband houdende kosten kunnen worden doorberekend aan de schuldeiser, die de kosten op zijn beurt zal moeten zien te verhalen op de schuldenaar.

Wijzigingen per 1 oktober 2020 en 1 januari 2021

Het is niet (meer) toegestaan om beslag te leggen op zaken als redelijkerwijs voorzienbaar is dat er met de executie ervan geen netto-opbrengst te realiseren is (hiervan zal sprake zijn als de executiekosten de baten overstijgen). Op dit uitganspunt wordt uitzondering gemaakt indien de schuldeiser aannemelijk kan maken dat de schuldenaar niet onevenredig zwaar in zijn belangen wordt geschaad, bijvoorbeeld omdat hij wel kan, maar niet wil betalen. 

Verder is het beslagverbod gemoderniseerd. Zo geldt er nu een algemeen beslagverbod op niet-bovenmatige zaken in de door de schuldenaar bewoonde woning. Daaronder vallen in ieder geval de “van huisraad of tot stoffering of meubilering dienende roerende zaken”. Ook is het niet toegestaan om beslag te leggen op zaken die de schuldenaar nodig heeft voor zijn persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensbehoeften, op zaken die de schuldenaar nodig heeft om inkomen te genieten, op zaken van hoogstpersoonlijke aard en gezelschapsdieren. Deze beslagverboden gelden niet voor bovenmatige zaken. Zaken die niet nodig zijn voor het voeren van een gewone, eenvoudige huishouding blijven dus vatbaar voor beslag.

Executieverkoop van onroerende zaken via internet was al mogelijk, maar dat geldt nu ook voor roerende zaken. De deurwaarder kan er dus voor kiezen om zaken via internet te veilen. Om de bekendheid en vindbaarheid van veilingen via het internet te vergroten, heeft de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders voor het aankondigen van executieveilingen de centrale website kbvg.nl/executieverkopen ingericht.  

Een andere wijziging is dat bij ontruimingen de daadwerkelijke datum waarop een gerechtelijke ontruiming plaatsvindt bij exploot moet worden aangezegd. Zo weet de schuldenaar wanneer de ontruiming plaatsvindt en kan hij hier niet door worden overvallen.  

Ten aanzien van (derden)beslag op een bankrekening van een natuurlijke persoon geldt nu dat de schuldenaar voldoende financiële middelen moet overhouden om in zijn bestaansminimum te kunnen blijven voorzien. Feitelijk betekent dit dat er altijd een bepaald bedrag (ter hoogte van de beslagvrije voet) vrij blijft van beslag in geval van beslag op een bankrekening.

In dit verband geldt verder dat deurwaarders een tweetal nieuwe informatiebevoegdheden hebben, namelijk om de schuldenaar te vragen bij welke bank hij bankiert en om aan banken te vragen of de schuldenaar bij hen een bankrekening aanhoudt. Daarbij zijn de schuldenaar en de bank verplicht om te antwoorden op het verzoek van de deurwaarder.

Overige wijzigingen

Naast de hiervoor genoemde wijzigingen, zijn er ook nog een aantal andere wijzigingen van meer technische aard, bijvoorbeeld op het gebied van derdenbeslag.

Heb je vragen over deze blog of wil je meer weten over de (praktische gevolgen van de) wijzigingen van het beslag- en executierecht, neem dan contact met ons op.

Ondernemingsrecht
Sophia Lagidse